6 oktober 2008 23:57:
Zwarte maandag, zo noemt men vandaag in de kranten. Ik zou me bijna blij maken om zoveel sinistere humor: want vandaag precies vijf jaar geleden, ook op een maandag, maakte mijn zusje een einde aan haar leven. (Naschrift: Waarom, waarom?? is de meestgestelde vraag. Een vraag die nauwelijks te beantwoorden is. Te privé, te pijnlijk voor veel familieleden —want: als de vraag te beantwoorden is, had je het dan kunnen voorkomen....? En toch, horen we de vraag vaak. Het antwoord is eigenlijk vrij helder. Er was in die week een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Allereerst bestond er de diagnose 'mogelijke hersentumor' die onderzocht moest worden, waarvoor mijn zusje met al haar hypofyse-medicijnen moest stoppen. Achteraf begrijpen we uit de medische lectuur dat plotseling stoppen gevaarlijk kan zijn, terwijl zo'n diagnose op zichzelf al genoeg is om behoorlijk somber van te raken. Ten tweede, had een psychotherapeute mijn zusje overtuigd dat herbeleving van een trauma, compleet met het aanklagen van de trauma-veroorzakende dader, helend kon zijn. Vandaag zou men mogelijk terughoudender zijn om zo'n trauma op te rakelen, of —net als de psychiater eerder deed— een àndere therapievorm kiezen, zeker in een periode waarin iemand een belastende medische diagnose —hersentumor?— krijgt en moet stoppen met medicijnen die hypofyse-falen en epilepsie moeten tegengaan. Maargoed, de psychotherapeute zette door: het overtreden van artikel 245 en 249 Wetboek Sr. móest voor de rechter komen. Geheel terecht hoor, daar niet van, al wachten we vandaag, 2018, nog stééds tot de #metoo-beweging eens oog krijgt voor middelbare scholen.... Deze combinatie werd mijn zusje, kortom, fataal. Ik kan niet zeggen welke van de twee kanten —de medische belasting, of de 'therapeutische rechtszaakbelasting'— de doorslag heeft gegeven. Waren ze er beide niet geweest, dan durf ik wel te stellen dat Petra nog geleefd zou hebben. Feit is, dat het laatste waaraan ze gewerkt heeft, naast het opnemen van vrolijke liedjes voor haar huisartsenpraktijk, met een warme winterjas aan omdat ze het zo koud had, de brieven voor de rechtbank in opdracht van de therapeute, zijn geweest.)
Na die dag, ach, het is bekend, leefde ze nog vijf dagen, vreselijk beschadigd. Het was eigenlijk een wonder dat ze het aanvankelijk overleefd had: haar daad was van het soort dat men normaal niet overleeft.
Het is dat de enige alcohol in huis een homeopathisch middeltje is, anders zou ik er zoveel van innemen dat ik Prince kon citeren (eh, mag dat Arnoud? ;-))
Every Christmas night for seven years now, I drink banana daiquiris till I'm blind Darling, darling, you should've been there
Wat banana daiquiris zijn, ik heb geen idee — terwijl ik me als de dag van gister herinner hoe we die song met Prince meebrulden, en theatraal naar elkaar wezen bij dat zinnetje of all your father's children, baby, you are the finest of them all. Ik zou zo terug willen stappen in de tijd, naar dat moment — in mijn herinnering heeft ze een lange, vaalroze India-rok aan– Onmogelijke heimwee. Mack schreef daar laatst over.
Dit jaar heb ik een hanger laten maken. Met de foto die ik van Petra maakte en die we in spiegelbeeld afdrukten. We hadden namelijk gehoord dat je je eigen foto's altijd gek vindt, omdat je jezelf alleen uit de spiegel kent. De hanger toont Petra zoals ze zichzelf in de spiegel zag. En als ik in de spiegel kijk, zie ik Petra in de hanger zoals ik haar zag.
Zwarte Maandag, ik hoor haar bijna lachen om zoveel sinistere ironie. Maar ik zie haar ook meteen krimpen onder het verdriet van mijn ouders en haar kinderen. Er is niets, geen afscheidsbrief, geen aankondiging, niemand van ons zal ooit weten wat haar op het allerlaatste moment heeft bewogen. Maar hoe vaak de vraag zich ook opdringt, misschien is het beter haar te herinneren als de stralende ster die ze was op andere momenten.
[ reactie ] [ e-mail ]
|