45
maandag 12 maart 2012 om 14:30
Vijfenveertig jaar zou mijn zusje vandaag geworden zijn. Vroeger waren er onwillekeurige momenten waarop ik me realiseerde dat ik haar niet voor me kon zien als 45. Gedachteflarden die ik snel weer wegdrukte, want ook Eugène had ik me niet kunnen voorstellen als 45, en hij werd maar 32. U begrijpt dat mijn brein sindsdien een beeldverouderinsgmodule heeft geïmplementeerd waarmee je je zelfs Barbie kunt inbeelden als 70+ ;-]
Vijfenveertig is een leeftijd waarop je niet meer meetelt, zoals Mirjam Schöttelndreier zich in de Volkskrant afvraagt waar de haat tegen alles wat 45+ is vandaan komt.
Zelf ben ik geneigd om te antwoorden: Maar lieve Mirjam, ben je er nou nòg niet aan gewend, het ligt niet aan je leeftijd, maar aan onze generatie. Onze hele generatie is overbodig. En dat wordt ons al ingepeperd sinds onze tienertijd, zoals Brigitte Kaandorp ooit al eens hilarisch schetste. Vlak voor mijn afstuderen kreeg ik bijv. les in subsidies en uitkeringen aanvragen. Het werk dat ons was voorgespiegeld, was er namelijk niet. In het hele land waren 190 functies op ons eerstegraads niveau, en het was duidelijk dat die allang allemaal vervuld waren en de komende dertig jaar niet zouden vrijkomen. Ook op kunstschilders zat niemand te wachten, want daar kon je al sloten mee dempen.
Die ene lesdag maakte duidelijk duidelijk dat ik mijn studietijd verspild had. Want in het bewaren van afwijzingsbrieven om daarmee uitkeringen aan te vragen, zoals het dwingende advies van de les luidde had ik helemaal geen zin. Ik schreef me dus als een paniekhaas in bij filosofie aan de UvA —en schreef me ook evenhard weer uit toen een paar maanden later bleek dat mijn studietijd op was. En dan noem ik mezelf een paniekhaas: ik had in die tijd ook klasgenootjes die een eind aan hun leven maakten. Dat u niet te licht denkt over de boodschap die het leger overbodige mensen geboren in de jaren zestig meekreeg ;-]
En inderdaad, bij elke stap over de drempel van Uitzend- of Arbeidsbureau mocht het duidelijk zijn: ik was begonnen aan een zinloos leven. Gymnasium, eerste graads bevoegd, maar toch in de bak "ongeschoold" want sorry mevrouw, u heeft geen typediploma. Deemoedig genoegen nemen met laagingeschaalde gatenkaasbaantjes en vrijwilligerswerk.
Nee, Mirjam Schöttelndreier mag zich gelukkig mag prijzen dat ze nù pas merkt dat ze tot de categorie ‘pestlijders en uitkerinsgvreters’ hoort ;-)
Mijn zusje was er het type niet voor om zich in een categorie te laten drukken. En al helemaal niet in de categorie ‘Mensen Die Niet Meer Meetellen.’ Op een gegeven moment telt ervaring, kennis en competentie. OK, die moet je dan wel kunnen opdoen. Maar Petra was dan iemand die een baan nam als AGNIO of vrijwilliger bij een goed doel als de Witte Jas, als er even geen werk- of opleidingsplek was. En daarmee doe je ook ervaring en kennis op.
Ik kan niet zeggen Als ze nu 45 geworden was dan.... (Had ze zich overgegeven aan de botox en de fillers? Was ze een even venijnige opleider geworden als ze zelf verfoeid had tijdens haar studie? Had ze een carrière-switch gemaakt naar een ander, minder stressvol of creatief beroep?)
Misschien is het enige dat we kunnen zeggen: Zelfs als je 45 wordt en niet meer leeft, tel je nog steeds mee. Zoals Eugène een rol speelt in de gedachten van zijn voormalige huisgenootjes (“Hoe zou Eugène op zo iets gestoords gereageerd hebben? Met de slappe lach toch?â€) telt mijn zusje mee voor haar ouders en nabestaanden. Want hoe graag hadden die niet gezien dat ze vandaag die verfoeide leeftijd van ‘oud en 45’ zou hebben gehaald — daar zijn eigenlijk geen zinnige woorden voor. (Dan Papa en Mama en iedereen, gecondoleerd..)